category_news

Zo kan de Nederlandse stad er in 2120 uitzien

Gepubliceerd op
25 februari 2022

Drijvende woningen, zelfrijdende auto’s, herten in de uiterwaarden, beekjes met watervallen en groen in plaats van asfalt. Welkom in de stad van 2120. Want anders dan doemscenario’s je doen vermoeden, kun je ook in een wereld met klimaatverandering bouwen aan een aantrekkelijke en welvarende stad. Onderzoekers van Wageningen University & Research ontwierpen een scenario voor de stad van de toekomst en namen Arnhem als voorbeeld. Hiermee willen zij steden uitdagen om nu al na te denken over hun klimaatbestendigheid op lange termijn.

Stel, je maakt in het jaar 2120 een fietstocht in en rondom de stad Arnhem, dan fiets je eigenlijk door drie landschappen heen. In het noorden vind je de Veluwe, waar mensen wonen in het groen. Je komt houtzagerijen tegen, waar we materialen maken om huizen mee te bouwen. Nieuwe meren zijn aangelegd voor energieopslag. Op de flanken van de Veluwe ontmoeten de nieuwe stad, de historische stad en de natuur elkaar. Wandel langs een van de brede sprengenbeken, pak een terrasje, of neem een duik bij de watervallen. Een frisse wind waait tussen de door groen bedekte gebouwen heen. Meer verkoeling is te vinden in het rivierengebied. Dit landschap verandert het hele jaar door en deint mee met de standen van het water. Bij hoog water vaar je met je fiets via een bootje naar je drijvende woning.

Foto 2: Illustratie van hoe het rivierengebied er in 2120 uit kan zien. Mensen bewegen mee met de dynamiek van Rijn en Waal door drijvende woningen, waterteelt en strokenlandbouw..
Foto 2: Illustratie van hoe het rivierengebied er in 2120 uit kan zien. Mensen bewegen mee met de dynamiek van Rijn en Waal door drijvende woningen, waterteelt en strokenlandbouw..

Problemen vóór zijn

Een vrije denkoefening, zo kun je dit toekomstbeeld voor Arnhem in 2120 het beste omschrijven. “We laten zien hoe de klimaatadaptieve stad van over 100 jaar er uit kan zien”, zegt Wim Timmermans, onderzoeker klimaatadaptatie en projectleider van Arnhem 2120. Volgens hem is het belangrijk dat we hier nu al over nadenken, omdat dit van invloed is op de keuzes die we vandaag maken. “Houden we wel voldoende rekening met het klimaat van de toekomst? Denk bijvoorbeeld aan grotere overstromingsrisico’s, meer wateroverlast en hitte in bebouwde gebieden. Door hier nu al over na te denken, kunnen we problemen in de toekomst voor zijn. Daarbij is zo’n verhaal ook heel prikkelend en inspirerend.”

Positief en inspirerend

Dat een dergelijk toekomstbeeld inspireert, weet ook Tim van Hattum, programmaleider klimaat. Het scenario voor de stad van de toekomst is een concrete uitwerking van de kaart Nederland in 2120, die hij met Wageningse collega’s twee jaar geleden al presenteerde. “Die boodschap van hoop en perspectief bleek aan te slaan. Net als toen, is ook dit toekomstbeeld niet in beton gegoten. Het is geen blauwdruk, maar een denkrichting. We willen een positief, inspirerend en realistisch verhaal vertellen. Met als belangrijkste uitgangspunt het natuurlijk systeem en het welzijn van de mens.”

Foto 2: Een illustratie van hoe de flanken van de Veluwe er in 2120 uit kunnen zien. De beekdalen lopen als ‘groene vingers’ door in het stedelijk gebied, er zijn appartementen met houtbouw, watervalletjes en drijvende zonnepalen.
Foto 2: Een illustratie van hoe de flanken van de Veluwe er in 2120 uit kunnen zien. De beekdalen lopen als ‘groene vingers’ door in het stedelijk gebied, er zijn appartementen met houtbouw, watervalletjes en drijvende zonnepalen.

Geen strijd maar samenwerking

Met gedetailleerde landkaarten, illustraties en 3D-visualisaties laten de onderzoekers en ontwerpers zien hoe de mens kan samenwerken met het landschap, in plaats van ertegen te strijden. “We buiten het natuurlijke systeem niet langer uit, maar gebruiken natuurlijke processen en technologie juist om het landschap te versterken”, zegt Sanda Lenzholzer, hoogleraar Landschapsarchitectuur. “Dat doen we aan de hand van zes thema’s: wonen, verkeer en vervoer, stadsklimaat, energie, water en biodiversiteit en landbouw. Bij het ontwerpen van zo’n scenario is klimaatadaptatie eigenlijk maar één kant van het verhaal”, benadrukt ze. “In essentie gaat het om het begrijpen van het landschap en al zijn processen: het watersysteem, de bodem, windstromen en verschillende seizoenen.”

Waarom Arnhem?

“In principe kun je elke Nederlandse stad als voorbeeld nemen, maar we kozen voor de uitwerking van Arnhem omdat deze op de grens van twee soorten Nederlandse landschappen ligt: de hogere zandgronden en het rivierengebied”, zegt Ilse Voskamp, onderzoeker klimaatbestendigheid. “De ideeën voor de hooggelegen gebieden kun je ook toepassen op delen van Apeldoorn, Nijmegen of Bergen op Zoom. Andersom geldt dit ook voor de voorstellen voor de laaggelegen gebieden op steden in Noord- en Zuid-Holland.”