category_news
Nieuw project beoordeelt methaanmitigerende voederadditieven en vetsupplementen
Er is een ambitieus project gestart dat zich richt op de beoordeling van de werkzaamheid van methaan-mitigerende toevoegingsmiddelen en vetsupplementen in de zuivelproductie. Er is dringend behoefte aan betrouwbare schattingen van de werkzaamheid in de landbouwpraktijk en nationale inventarissen. Dit project integreert state-of-the-art modelontwikkeling met gelijktijdige praktijktesten van additieven.
Uitdaging
De Global Methane Pledge, gelanceerd tijdens COP26, spoort aan tot actie om tegen 2030 de methaanuitstoot met ten minste 30% te verminderen ten opzichte van 2020. Toevoegingsmiddelen voor diervoeding kunnen een belangrijke rol spelen bij het behalen van deze doelstelling. Toch krijgen ze nauwelijks aandacht in de huidige beoordelingsinstrumenten en nationale inventarisatiesystemen. Om hierin verbetering te brengen heeft een consortium van particuliere bedrijven en Wageningen University & Research de krachten gebundeld. Hun doel? Het beter kwantificeren van de bijdrage die deze toevoegingsmiddelen leveren aan het verminderen van de methaanemissie in het spijsverteringsstelsel van melkkoeien.
Doel en impact
Het project bouwt voort op recente resultaten in het gebruik van verschillende voederadditieven en supplementen om de uitstoot van methaan in het spijsverteringsstelsel te verminderen. Hierdoor ontstond de behoefte om de variabiliteit in hun werkzaamheid bij toepassing in de praktijk te beoordelen. Het is noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in de variaties in werkzaamheid onder verschillende productieomstandigheden en deze te kwantificeren. Alleen vertrouwen op algemene schattingen van de gemiddelde reductie volstaat niet, vooral niet als individuele veehouders een individuele beloning moeten krijgen voor het toepassen van strategieën om methaanemissies te verlagen. Het is ook essentieel om de verschillende werkingsmechanismen van de verschillende typen toevoegingsmiddelen niet over het hoofd te zien wanneer ze worden samengevoegd en om dan nog steeds aan te nemen dat hun werkzaamheid cumulatief is. Elk type heeft zijn eigen specifieke details die moeten worden onderzocht, en alle belanghebbenden in de zuivelketen moeten deze details tegen elkaar en tegen andere managementopties kunnen afwegen.
Aanpak van de oplossing
Het project bestaat uit drie onderdelen. Een PhD-project is gestart om een modelmatige benadering toe te passen. Het doel hiervan is een beter kwantitatief inzicht te krijgen in de werkingsmechanismen en bronnen van variatie in de effectiviteit van toevoegingsmiddelen en supplementen. Een bestaand model dat wordt gebruikt als een Tier 3-benadering in de Nederlandse broeikasgas- en ammoniakemissie-inventarisatie zal worden uitgebreid. Deze aanpak wordt verkozen als alternatief voor uitgebreide testen die nodig zouden zijn om alle mogelijke omstandigheden en combinaties van toevoegingsmiddelen te onderzoeken.
Het tweede element betreft de experimentele evaluatie van een combinatie van toevoegingsmiddelen en voedingssupplementen voor melkvee. Dergelijke informatie ontbreekt momenteel grotendeels en kan dienen als een waardevolle set gegevens om de voorspellende capaciteit van het uitgebreide model te evalueren.
Het derde element behelst het verstrekken van feedback aan private partners, belanghebbenden in de zuivelproductieketen en de Nederlandse overheid. Deze terugkoppeling zal richting geven aan de meest effectieve wijze waarop de informatie en kennis die voortvloeit uit het project, kan worden toegepast bij het beoordelen van de impact van toevoegingsmiddelen en supplementen.