category_news
Inzicht in trends geeft gevoel bij vers gras
De voederwaarde van vers gras wisselt van dag tot dag en het suikergehalte zelfs van uur tot uur. Toch is jaarlijks een trend te ontdekken in de analyses van de bijna 1.400 vers grasmonsters over de afgelopen 3 jaar. Dat geeft houvast bij de focus op een hogere vers grasbenutting en scherpe rantsoensamenstelling, met als doel om de emissie van methaan en ammoniak te verlagen. Een trend geeft inzicht vóór de komma, de optimalisatie van het rantsoen zorgt dan voor de puntjes op de i achter de komma.
Praktijkproject door heel Nederland
Binnen het praktijkproject Graslandmanagement en reductie methaan (CH4) en ammoniak (NH₃) wordt op 18 bedrijven het graslandmanagement in beeld gebracht met bijbehorende emissies van CH4 en NH₃. De deelnemende bedrijven laten door verschillen in bedrijfsopzet, grondsoort en management een brede range aan emissies zien. Door deze te analyseren ontstaan nieuwe inzichten die ook weer handvatten opleveren voor de melkveehouderij om via graslandmanagement een bijdrage te leveren aan lagere emissies.
Voorspelbaarheid
Via het praktijkproject worden gedurende het groeiseizoen wekelijks vers weidegrasmonsters genomen, dat betekent jaarlijks bijna 500 vers grasmonsters. Als deze analyses uit 2020, 2021 en 2022 over elkaar heen gelegd worden, komt een trend naar voren die grofmazig ieder jaar hetzelfde is. Zijn we dan in staat om de exacte voederwaarde van vers gras in te schatten? Nee, dat is niet het geval, maar door de trends in voederwaarden in het achterhoofd te houden, wordt de grote lijn wel voorspelbaar. Daarmee worden grote verrassingen in het rantsoen voorkomen, kan daarmee rekening worden gehouden in de rantsoenen en komt het doel van een lagere methaan- en ammoniakemissie binnen handbereik.
Ruw eiwit, suiker en NDF
De vers grasanalyses van de afgelopen jaren hebben het volgende inzicht opgeleverd: het ruw eiwitgehalte vertoont een vast verloop maar wel met een bandbreedte van 100 gram Ruw Eiwit per kg ds. Dus in het voorjaar en vooral het najaar is het RE op zijn hoogst en in de zomer het laagst, maar het absolute niveau ligt aan de bemesting en inschaarlengte van het gras. Scherp inzetten op het ruw eiwit in de bijvoeding naast het weidegras, helpt bij het verlagen van de ammoniakemissie.
Suikers worden in gras gevormd bij de fotosynthese waarvoor zonlicht nodig is. We zien door de jaren heen dat het suikergehalte in de namiddag zo’n 50 gram hoger is dan in de vroege ochtend. Omdat suiker een belangrijke smaakmaker is voor veel grasopname, kan het helpen om het beweidingssysteem hierop in te richten of het moment van stalvoeren te kiezen.
De hoeveelheid celwanden in ruwvoer wordt uitgedrukt in NDF per kg ds. Meer NDF in een voedermiddel geeft doorgaans een hogere methaanemissie. In de vers grasanalyses zien we als jaarlijkse trend dat de hoeveelheid NDF meebeweegt met de daglengte. Langere dagen en meer zonuren geven meer NDF bij hetzelfde aantal groeidagen.
Sturen in de praktijk
Geert Stevens is deelnemer aan het Graslandpraktijkproject en Koeien & Kansen. Hij gebruikt de wekelijkse vers grasanalyses uit het project om het rantsoen in balans te houden en scherp op de eiwitdekking te voeren. Hij kiest de insteek om niet een te hoog tankureum af te wachten, maar proactief zijn eiwitaanvulling te kiezen afhankelijk van de vers gras analyse van het weidegras. Het doel is om maximaal 155 gram RE-totaal per kg ds in het rantsoen te hebben. Dit heeft geresulteerd in een hele handige en praktische voertabel waarbij hij direct kan aflezen hoeveel soja/raap-mengsel gevoerd moet worden, op basis van het ruw eiwitniveau in het verse gras. In de tabel een voorbeeld bij een vers grasopname van 6 kg ds per koe per dag.
RE vers gras (opname 6 kg ds) | 150 | 170 | 190 | 210 | 230 |
---|---|---|---|---|---|
Aanvulling soja/raap* (kg per koe) | 2,4 | 2,0 | 1,6 | 1,2 | 0,8 |
* mengsel van 50/50 soja/raap bevat 437 gram RE-totaal per kg ds
Bekijk ook de presentatie
Najaarsgras benutten
Inmiddels zijn we aanbeland in de herfst van 2023 en staat het nodige najaarsgras in het weiland. Vanuit grasanalyses is bekend dat het najaarsgras (erg) eiwitrijk is. Voor bedrijven waar veel of volledig gras gevoerd wordt, is het altijd een uitdaging om het ureumgetal in de melk niet uit de bocht te laten vliegen. Waar meer mais gevoerd wordt, is het beheersbaar houden van het RE en ureum eenvoudiger. Of nu wel of geen mais gevoerd wordt, het najaarsgras laat overal hetzelfde beeld zien: het bevat veel bestendig eiwit (DVE) zolang het vers gevoerd wordt. Zodra eiwitrijk najaarsgras wordt ingekuild of in gewikkelde balen wordt geperst, daalt het aandeel DVE en stijgt de hoeveelheid OEB. En dat zorgt voor een flinke daling in de benutting van het kostbare eiwit. Dus benut het najaarsgras zoveel mogelijk vers via weidegang met het melkvee en de pinken op de huiskavel, en via stalvoeren van de veldkavels.